Actie van de week Lees meer
Laatste bestelling: 16 minuten geleden

Godox CT-04 flitsonsteker voor Speedlight

Beschrijving

Godox CT-04 flitsonsteker voor Speedlight. Draadloze 4-kanaals ontstekerset voor slaveflitser- speciaal voor strobisten.

Godox CT-04 radiografische flitsontsteker:

Simpel en betrouwbaar: deze set ontsteekt een flitser radiografisch, dus honderd procent betrouwbaar. Een gewone flitsslave reageert op flitslicht. Het bereik is enkele meters. Buiten of in donkere ruimten is dat zelfs minder en is het extra belangrijk dat slave en flitser elkaar goed ‘zien’. Met een radiografische ontsteker heb deze nadelen niet. Al flits je midden op de dag buiten bij felle zon (invulflitsen), dan nóg wordt je flits altijd ontstoken.

Bij het gebruik van een gewone flitsslave is er een flits vanaf de camera nodig, maar die wil je soms helemaal niet hebben. En nóg een belangrijk punt: een flitsslave reageert ook op de testflits die moderne reflexcamera’s afvuren voordat zij de werkelijke opname maken, en dat is natuurlijk helemaal niet de bedoeling.

Kortom: kies voor de radiografische flitsontsteker. De Godox CT-16 heeft een bereik van 20 tot 30 meter en is daarom ook geschikt voor het uitlichten van grote scenes met meerdere flitsers.

Universeel en veelzijdig:

De zender van de Godox CT-104 wordt in de flitsschoen van de camera geplaatst. De ontvanger heeft een flitsvoetje, dat aan de onderzijde een statiefschroefdraad heeft. Je kunt hem dus zowel op een flitsschoen als op een statiefkop plaatsen.

Verstelbaar:

Bovenop de ontvanger zit een flitschoentje, waarop je de flitser kunt plaatsen. Een flitskabelaansluiting heeft hij ook. De ontvanger is 90 graden kantelbaar, zodat je de flitser in de positie kunt zetten die het beste uitkomt.

Flitser in de M-stand:

Voor alle duidelijkheid: De Godox CT-104 set heeft geen DDL-flitskoppeling. Je moet je flitser dus niet in de stand voor DDL-flitsdosering gebruiken, maar op manual (M). Daarbij doseer je het licht door met de hand de flitspower te kiezen (1/1, 1/2, 1/4, 1/8, 1/16, 1/32, 1/64, 1/128). Dat werkt simpel en goed en je hebt alles volledig in de hand.

Specificaties:

Frequentie: 433 MHz
Maximale werkafstand :  20-30 meter

Voeding zender: 23A, 12V

Voeding ontvanger : 2x AAA

Kortste synchronisatietijd: 1/200 s

Praktische tips:

Waarom geen DDL?
DDL-flitsdosering is handig voor snel reportagewerk, maar laat zich beïnvloeden door achtergronden, dominerende kleuren/helderheden, enz. Dat is erg hinderlijk als je er studiofotografie mee gaat doen. Steeds weer moet je aanpassingen uitvoeren met flitsbelichtingscorrecties, en zo gauw er iets verandert moet je misschien weer nieuwe aanpassingen uitvoeren. Zo blijf je aan het corrigeren, en heb je van de automatische DDL-flitsdosering eerder last dan gemak!
Werk je met manuele flitssturing, dan ben je zeker van een constante flitsoutput, of je nu een donker model in zwarte kleding hebt, of een licht model in het wit.

Manuele flitsdosering:

Wil je minder licht, dan kies je op je flitser een vermogensstap lager, wil je meer licht, dan ga je hoger. Ga je van 1/4 naar 1/8, dan is dat een halvering van het flitslicht. Dus dat doet hetzelfde als het kiezen van één diafragmastop kleiner, bijvoorbeeld f/11 in plaats van f/8. Elke stop in de diafragmareeks (1, 1,4, 2, 2,8, 4, 5,6, 8, 11, 16, 22, 32) betekent een halvering/verdubbeling van de hoeveelheid licht.

Flitser en afstand:

Verder kun je je flitspower regelen door de afstand tot het onderwerp te variëren. Een halvering van de lichthoeveelheid staat gelijk aan een verlenging van de afstand flitser-onderwerp met een factor 1,4x. Kleinere afstandvariaties kun je gebruiken om de hoeveelheid flitslicht die op het onderwerp valt fijntjes te kunnen aanpassen. Voorbeeld: krijg je met 1/4 flitspower teveel licht, en bij 1/8 net iets te weinig, kies dan 1/4 en zet de flitser iets naar achteren.

Diafragma en scherptediepte:

Het diafragma gebruik je primair voor het regelen van je scherptediepte. Wil je een onscherpe achtergrond, dan kies je een groot diafragma (lage f-waarde). Krijg je vervolgens een overbelichte flitsfoto, dan kies je een lager flitsvermogen. Is dat niet voldoende, plaats dan de flitser verder weg.

Sluitertijd:

De sluitertijd is bij flitsen vaak van ondergeschikt belang. Bij reflexcamera’s is de kortste sluitertijd waarbij je kunt flitsen vaak 1/200 s. Binnen die tijd valt de flits, en die is veel korter, bijvoorbeeld 1/5000 seconde. Op vol vermogen duurt de flits het langst, maar dan nog is hij veel korter dan de kortste sluitertijd van de camera die voor flitsen geschikt is. Hoe langer de sluitertijd die je instelt, des te meer zal het omgevingslicht in je opname meespelen. Wil je het omgevingslicht zo goed mogelijk buiten sluiten, kies dan de kortste sluitertijd die voor flitsen geschikt is (kijk evt. in gebruiksaanwijzing van je camera welke dat is). Ook het kiezen van een lage ISO-waarde en een klein diafragma helpt het omgevingslicht buiten te sluiten.

Maar je kunt er natuurlijk ook voor kiezen het omgevingslicht mee te laten spelen, denk aan invulflitsen buiten.  Bepaal dan de belichting als voor een normale opname zonder flits en pas vervolgens je flitsinstelling en -opstelling aan. Gebruik daarbij het flitsvermogen en de afstand tot het onderwerp om de flitssterkte goed te krijgen.

Reviews (0)
Schrijf een artikelbeoordeling
Rating:  Slecht Goed
Voer onderstaande code in: Send review